Wandelschoenen

Wandelschoenen zijn er in vele soorten en maten. Maar hoe weet je nu welke schoen het beste bij je past. Uit ervaring heb ik gemerkt dat het belangrijk is om eerst te weten waar de schoenen gebruikt gaan worden. Is het alleen voor op de weg of ga je echt de bergen in. Wandelschoenen zijn in te delen in categorieën. Van lage wandelschoen (A) tot zware stijgijzer vaste schoenen (D). Daar tussenin zitten heel veel verschillende typen schoenen.

Wanneer je eruit bent wat voor een type schoen geschikt voor je is komt de pasvorm en de loopeigenschappen van de schoen aan de orde. Belangrijk is te weten wat voor een type voet je hebt want iedere schoen heeft zijn aparte eigenschappen wat betreft stabiliteit en afwikkeling. Laat je goed voorlichten. Zijn er toch nog voetgerelateerde klachten dan zijn er genoeg mogelijkheden om daar een oplossing voor te vinden.

Een aantal tips over de beste pasvorm van uw schoen:

Of een schoen goed past hangt niet alleen af van de lengte van de schoen, maar ook van de breedte en de hoogte. Er moet voldoende ruimte bij de tenen zijn, zodat bij het afdalen de tenen de voorkant van de schoen niet raken. Ze mogen niet te ruim zijn, omdat anders door het slippen in de schoen gemakkelijk blaren kunnen ontstaan. ’s Ochtends zijn de voeten kleiner en dunner dan ’s avonds. Tijdens het lopen worden de voeten dikker.

Bij het passen met een wat dikkere sok, moet de schoen nog groot genoeg zijn. Dit is eenvoudig te controleren. Als je gaat staan en de tenen licht tegen de voorkant van de schoen duwt, moet er achterin nog minimaal een vinger ruimte zijn. Fabrikanten houden sinds enige jaren rekening met de specifieke eisen van een damesvoet. De leest van damesmodellen is smaller, de schacht lager en in sommige gevallen hebben ze een hogere hak.



Top